Coney Island

Als je een spel bedenkt over handelaren en/of bouwmeesters ten tijde van de late middeleeuwen of de Renaissance, krijg je geen hoge cijfers voor thematische originaliteit. Maak je de exploitatie van een kermis of een pretpark tot het thema van jouw nieuwe spel, denkt iedereen ‘hé, da’s een frisse setting, eindelijk weer iets anders….’. Vervolgens kijk je rond op Boardgamegeek of een andere plek waar nieuwe spellen worden aangekondigd, blijken er in dezelfde periode meer spellen met dit thema op te duiken. Ach ja, zo gaan de dingen nou eenmaal in spellenland. Ik laat de thematische beschouwingen voor wat ze zijn en stap over naar de inhoud van Coney Island, het nieuwe bordspel van de Duitse spelauteur Michael Schacht.

In Coney Island bouwen de spelers op een centraal speelbord aan een pretpark. Op dit bord vind je velden voor bouwtegels, die drie of vier bouwvelden bevatten. Op deze bouwvelden zetten de spelers hun artiesten tijdelijk aan het werk, om daar na verloop van tijd kleine en grote attracties te bouwen. Iedere speler beschikt over een eigen tableau met drie kermiswagens. Hierop beginnen de artiesten hun carrière. Als de artiesten vanuit de wagens naar bouwvelden verhuizen, komen er steeds meer inkomensvelden vrij. Er is daarnaast een zak met rode en witte bouwstenen, een voorraadje bankbiljetten en een stapeltje krantenfiches. Laat ik vooral de vijf karaktertegels niet vergeten, die je kunt kopen om extra acties uit te voeren.

Een spelerbeurt bestaat uit twee fasen: inkomen en acties.

In de inkomensfase geniet je de inkomsten die op de lege velden van jouw drie wagens zijn afgebeeld. Naarmate jouw artiesten naar de bouwvelden verhuizen, stijgen jouw inkomsten. Het omgekeerde geschiedt als jouw artiesten terugkeren. De inkomsten van jouw bovenste wagen bestaan uit winstpunten. De middelste wagen is goed voor bankbiljetten of een winstpunt. De onderste wagen levert vooral bouwstenen op, maar het laatste veld is goed voor een bonusactie. Als jij op de bouwvelden een vierkant van vier eigen artiesten hebt gevormd, levert dit kwartet je elke beurt twee winstpunten extra op.

speelbord

Foto: Henk Rolleman

In jouw actiefase heb je altijd toegang tot de drie hoofdacties. Als je een of meer van de vijf karakters hebt ingehuurd, mag je ook hun acties uitvoeren. Elke actie mag je maar één keer per beurt uitvoeren, tenzij je over een bonusactie beschikt. Een bonusactie verdien je met het laatste veld op jouw onderste wagen, het plaatsen van een bouwtegel op een veld met dit bonussymbool of door het inleveren van een krantenfiche. De volgorde van de acties bepaal je helemaal zelf.

Met de eerste hoofdactie leg je een bouwtegel op het centrale speelbord. Dit kost je een of twee bankbiljetten. Je ontvangt de afgebeelde bonus (winstpunten, bouwblokje of een bonusactie). Met de tweede hoofdactie neem je de eerstvolgende artiest van een van jouw wagens en leg je deze op een vrij bouwveld. Dit kost je 1-3 bouwblokjes, afhankelijk van de wagen van herkomst. Als je een vierkant van eigen artiesten vormt, krijg je meteen 2 winstpunten. Met de derde hoofdactie plaats je een attractietegel op bouwvelden met een of meer artiesten. Deze artiesten moeten afkomstig zijn van het op de attractie afgebeelde aantal spelers. Bob de Bouwer krijgt de op de attractie afgebeelde winstpunten. De bedolven artiesten krijgen hun eigen punten en gaan daarna terug naar hun wagens, waar ze het inkomen van de eigenaar verpesten.

Voor de acties van de vijf karakters is vereist dat je de desbetreffende karaktertegel hebt gekocht. Hiertoe betaal je twee bankbiljetten aan de bank. Je houdt het karakter tot een medespeler hem via de bank inhuurt. Met de gastarbeider kun je een bankbiljet inleveren om een blokje te trekken. De politieagent doet hetzelfde voor een winstpunt. Met de donateur kun je een blokje ruilen. De omroeper tovert een bankbiljet om in twee winstpunten. Met een journalist lever je een blokje in voor het bovenste krantenfiche. Een krant is aan het einde 1-3 winstpunten waard. Je kunt een krantje inleveren voor een bonusactie.

Het einde van het spel is nabij wanneer een speler tijdens zijn beurt 60 of meer winstpunten bezit, er nog maar één soort attracties op voorraad is, alle kranten zijn uitverkocht of wanneer alle bouwveldtegels zijn gelegd en een door het speleraantal bepaalde hoeveelheid bouwvelden over is. Het is zaak om dit in de gaten te houden, het einde is vaak dichterbij dan je lief is. Je speelt door tot de rechterbuurman van de startspeler.

Bij de eindtelling verhoog je de tot dan toe verzamelde winstpunten met de punten op jouw krantenfiches. Heb je aan het einde nog artiesten op het centrale speelbord, dan mag je twee strafpunten per artiest noteren. Uiteraard wint de speler met de meeste punten.

Ten slotte

Ik ben een liefhebber van de tactische bordspellen van Schacht en word door Coney Island niet teleurgesteld. Ook hier komen tactische pit, toegankelijkheid en een vlot spelverloop goed samen. Coney Island is geen vriendelijk opbouwspel, maar een interactieve strijd om interessante actiemogelijkheden, met schaarse grondstoffen. Als je het spelletje rond het beïnvloeden van de inkomsten en het wegsnaaien van de karakters scherp en listig speelt, is Coney Island een tactische hoogvlieger. Dan zetten de spelers elkaar voortdurend het mes op de keel en vliegt het spel voorbij als een spannende achtbaanrit. Als je dit spel met suffe duikelaars speelt, gaat de vaart er een beetje uit en kan het zomaar een tam potje worden. Dit gaat ons niet meer gebeuren, wij hebben het licht gezien. Dit spel draait niet om gunnen, maar om pakken wat je pakken kunt! Warm aanbevolen!

Deze Nederlands- en Franstalige editie is in het voorjaar van 2012 bij White Goblin Game verschenen. Deze editie bevat de uitbreiding ‘Reuzenrad’ in dezelfde kwaliteit als de rest van het spel.

Auteur: Michael Schacht
Uitgever: White Goblin Games
Informatie: BGG – BSM – Luding
Aantal spelers: 2-4
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Speelduur: 60 minuten